Marly Wester is sinds 2020 werkzaam bij WVM Bedrijfsartsen als arts en sinds 2021 als arts in opleiding tot bedrijfsarts. In 2018 heeft ze tijdens haar opleiding geneeskunde gekozen voor een coschap bedrijfsgeneeskunde. Omdat wij snel reageerden op haar vraag om dat coschap bij ons te mogen doen, kwam Marly bij WVM terecht.

Bedenk van tevoren hoe je wil dat later je leven eruitziet en kies daarbij een specialisme, en niet eerst een specialisme kiezen en daar omheen je leven bouwen.”

Waarom heb je gekozen om in het vak van bedrijfsgeneeskunde te werken?

Aan het begin van mijn master ben ik kort in aanraking gekomen met bedrijfsgeneeskunde. Een groot deel van mijn studie heb ik een aantal coschappen gelopen in het ziekenhuis. In het ziekenhuis kijkt men vaak alleen naar het ziektebeeld. Toen ik op een gegeven moment de carrièredag van studievereniging MSV Pulse bezocht, kwam ik in contact met een arbodienst en werd mij steeds meer duidelijk over het vak. Bij een presentatie van een arbodienst werd mij duidelijk dat een bedrijfsarts meer oog heeft voor de mens zelf. Je kijkt naar hoe het leven van de cliënt eruit ziet en je kijkt naar hoe een behandeling verloopt. Je hebt tijd om iemand te onderzoeken en daar was ik juist naar op zoek. Dit is anders dan in het ziekenhuis. Ook de werktijden van een bedrijfsarts (van 09:00u tot 17:00u) spraken me erg aan. Ik had eerst verzekeringsgeneeskunde op nummer 1 staan en bedrijfsgeneeskunde op 2. Daarnaast had ik interesse in het huisartsenvak. Maar tijdens mijn coschap van 4 weken bij het UWV op het gebied van verzekeringsgeneeskunde, begon ik te merken dat daar misschien net te weinig uitdaging in zat. Twee personen op één dag met veel administratieve rompslomp er omheen maakt het werk niet uitdagend genoeg voor mij. Bovendien zie je iemand maar één keer. Een huisarts heeft het andere uiterste: je hebt maar 10 minuten de mogelijkheid om iemand te onderzoeken. Dat is te weinig. Ook hier ligt de focus niet op de mens zelf. Een bedrijfsarts heeft minimaal ongeveer 30 minuten. Vandaar dat bedrijfsgeneeskunde voor mij heel interessant werd.

Beschrijf je studietraject eens?

Toen ik de keuze had gemaakt om mijn coschap te doen bij een arbodienst, belde ik naar de betreffende arbodienst waarmee ik gesproken had tijdens die carrièredag. Daar had ik immers de informatie van gekregen. Echter kreeg ik te horen dat ik daar niet terecht kon, omdat er bij de artsen geen ruimte was voor begeleiding. Mensen tekort. Ik heb daarom contact opgenomen met diverse arbodiensten, waaronder WVM. Eigenaar Roel Rutten belde me vrij snel terug. Na een gesprek mocht ik beginnen aan mijn coschap. Er werd een rooster voor mij samengesteld en ik mocht meelopen met onder andere collega-bedrijfsarts Martijn Leunissen. Daarnaast kreeg ik de vrijheid om veel zelf te mogen doen. Na mijn studie kon ik aan de slag als basisarts bij WVM. Na een jaar heb ik gekozen om via WVM de opleiding bedrijfsgeneeskunde te doen. WVM doet dat in samenwerking met de Radboud Universiteit van Nijmegen. Dat doe ik nu bijna 5 maanden. Ik werk 4 dagen in de week en de woensdag is gereserveerd voor onderwijs. Die dag is afwisselend met les in Nijmegen, online les, zelfstudie of kan ik me bezighouden met praktijkoprachten. Gelukkig zit ik niet iedere avond achter de boeken. De balans tussen werk en studie is daarom goed. Wat fijn is, is dat ik na mijn studie geneeskunde heb gekozen voor de basisleergang bedrijfsgeneeskunde voor basisartsen. Je krijgt dan lespakketten van een aantal dagen. Het voordeel hiervan is dat ik voor mijn huidige studie bedrijfsgeneeskunde vrijstelling heb gekregen voor bepaalde onderdelen. Het gaat dus goed met mijn studie.

Waarom heb je gekozen voor WVM?

Ik had wel bij veel plekken gesolliciteerd, maar de stage bij WVM is mij heel goed bevallen. WVM is kleinschalig en ik had met iedereen goede contacten. De organisatie heeft een familiair karakter en ik kreeg daar de vrijheid. Bij de grotere arbodiensten ben je vaak een nummertje. Als arts heb ik nu veel verschillende klanten waar ik voor werk en dat maakt mijn werk zo dynamisch. En het is erg fijn dat WVM een regionaal karakter heeft, waardoor mijn woon-werkverkeer acceptabel is. Daarnaast is er de menselijke kant. De twee eigenaren van WVM zijn zelf ook praktiserende bedrijfsartsen. Ze begrijpen de medewerkers daarom ook veel beter.

Wat zijn je ambities voor de toekomst in dit vak?

Op dit moment ligt de focus op het behalen van mijn studie bedrijfsgeneeskunde. Maar wat ik in de toekomst ook leuk zou vinden, naast mijn werk als (bedrijfs)arts, is het begeleiden van coassistenten en lesgeven op de universiteit.

Welke tip kun je geven aan studenten geneeskunde die niet kunnen kiezen tussen de verschillende specialismen?

De focusonderwerpen van de studie geneeskunde liggen vooral bij de specialismen in het ziekenhuis en niet bij sociale geneeskunde, waar bedrijfsgeneeskunde onder valt. Er wordt maar 4 weken aandacht gegeven aan bedrijfsgeneeskunde in een periode van 3 jaar. Veel studenten kiezen dan toch voor het ziekenhuisleven, maar het probleem nu is dat daar te weinig arbeidsplekken te vinden zijn. Er zou dus meer aandacht moeten komen voor sociale geneeskunde tijdens de studie en die is er nu niet. Daarom raad ik de studenten aan om zelf het initiatief te nemen om je horizon te verbreden door tijdens de studie een goede mix van stageplekken te kiezen. Loop inderdaad mee in het ziekenhuis om de feeling te krijgen voor de verschillende specialismen, maar loop ook een keer mee met een arbodienst. Zo krijg je ook inzicht in de voordelen die dit vak bedrijfsgeneeskunde te bieden heeft.

Een heel belangrijke tip: Bedenk van tevoren hoe je wil dat later je leven eruitziet en kies daarbij een specialisme, en niet eerst een specialisme kiezen en daar omheen je leven bouwen.